Een koppeling zorgt er voor dat een auto onbelast gestart kan worden. En afhankelijk van het type versnellingsbak om naar een andere overbrenging (versnellingen) te kunnen gaan.
Er bestaat een zeer grote verscheidenheid aan schakelbare koppelingsontwerpen, maar de meeste zijn gebaseerd op een koppelingsplaat die door middel van een drukgroep dicht tegen een tweede wrijvingsplaat of een vliegwiel aangedrukt wordt. De veerdruk wordt verlicht wanneer het koppelingspedaal geactiveerd wordt en daardoor worden de platen minder stevig tegen elkaar gedrukt waardoor ze vrij kunnen roteren. Een natte koppeling is gedompeld in smeerolie om de oppervlaktes schoon te houden en te koelen, wat hogere prestaties en een langere leeftijd meebrengt. Als geen vloeistof gebruikt wordt spreekt men van een droge koppeling.
In een auto wordt de veerdruk met het koppelingspedaal geregeld door middel van een kabel of hydraulisch systeem dat met de daadwerkelijke koppeling verbonden is. Wanneer er geen druk op de pedaal uitgeoefend wordt betekent dat dat de koppeling gekoppeld is en als het pedaal ingedrukt wordt, worden de platen van elkaar ontkoppeld om de bestuurder in staat te stellen van versnelling te wisselen. Wanneer het gaspedaal ingetrapt wordt terwijl men de koppeling laat opkomen zijn de platen geneigd sneller te slijten dan normaal vanwege het grotere verschil in draaisnelheid van de platen.